De uitdaging zit er namelijk in constant te blijven zoeken naar mogelijkheden om de tekst nog effectiever te maken.
Niemand schrijft direct de perfecte zin. Elke tekst begint als een blok ruwe informatie. Vervolgens beginnen we met verfijnen.
We hakken.
We schaven.
We gooien de boel om.
We schuren. We schuren het met een fijner schuurpapier. En nog fijner.
En uiteindelijk laten we het geheel glimmen met een zachte doek.
Om van het ruwe blok tot een glimmende tekst te komen, hoeven we maar een ding helder voor ogen te houden: het resultaat.
Bereiken de woorden de lezer op een manier die zorgt voor een verandering in kennis, houding of gedrag? Wat is het doel van onze klant? Draagt onze tekst daaraan bij?
Daarin moet de schrijver vrij hard zijn voor zichzelf.
Is het interessant? Nee? Schrappen dan!
Is het nuttig? Nee? Schrappen dan!
Is het leuk? Nee? Schrappen dan!
Is het helder? Nee? Schrappen dan!
Alles wat niet bijdraagt aan het resultaat moeten we achterwege laten. Brengt iets het beoogde resultaat niet dichterbij: laat het dan weg. Het zijn vetrandjes. Het is opvulling. Het is overbodig.
Schrijven is niet alleen schrappen. Het is scherp schieten. Doelgericht. Resultaatgericht. Meedogenloos.