"Lezen is (bijna altijd) een solitaire bezigheid. Het is iets wat zich in je hoofd voltrekt, en wanneer je iets leest wat ik heb geschreven, sta je mij in feite toe me daar bij je te voegen. En hoewel ik amper iets van je weet, is het aan mij om een band met jou tot stand te brengen, om een manier te zoeken om wat ik te zeggen heb aantrekkelijk en stimulerend voor je te maken, en je ermee te overtuigen."
Lindsay Camp in zijn boek 'Verleid met woorden. De kunst van overtuigend schrijven'.
Een citaat waar ik als tekstschrijver veel waarde aan hecht. Want het brengt het vak even terug naar de essentie. Jij, lezer staat mij (via woorden) toe, een tijdje een bezoek te brengen aan je hoofd. Je hebt in je drukke dag even de tijd genomen om deze woorden te lezen en zo zitten we samen in je hoofd. Gezellig... voor zo lang het duurt.
En hoe gedraag ik mij vervolgens als gast? Zorg ik voor een helder verhaal? Neem ik je mee op een reis via deze woorden? Een reis alleen voor jou. Werk ik aan onze band? Weet ik het aantrekkelijk en stimulerend te maken? Of vermoei ik je met een onsamenhangend verhaal? Spring ik van de hak op de tak? Kost het bezoek je moeite?
Want als je deze woorden leest, ben ik natuurlijk niet alleen.
Je hebt namelijk altijd nog de innerlijke criticus. De steller van lastige vragen: Is dit wel relevant voor mij? Is dit nuttig? Vind ik dit leuk? Ben ik mijn tijd aan het verdoen? Hoe lang ga ik dit nog lezen? Staat er niet iets leuks op de volgende pagina? Kortom, de man of vrouw met de hand op de rode knop met 'EXIT'. 'Dank je voor het bezoek, ga nu maar weer weg.' De lezer klikt weg, slaat de bladzijde om en de band is verbroken. Exit hoofd. Exit boodschap.
Ik zal me dus moeten voorbereiden op het hoofd waar ik een tijdje op bezoek ben.
Wie is deze lezer? Wie is deze gastvrouw of gastheer?
En vervolgens eens kritisch moeten kijken naar mijn boodschap. Wat weet je over ons product? Wat is je houding? Wat is je kennisniveau? Wat voor gedrag mag ik verwachten? Is het een product waarbij we vooral met emotionele motieven te maken hebben? Of zit de kracht juist in het rationele; de cijfertjes? Is het een product waarbij je een hoge mate van betrokkenheid mag verwachten? Of juist niet?
Een simpel voorbeeld:
Je bent op zoek naar een nieuwe auto
Wat weet ik als schrijver? Ons product heeft een hoge emotionele waarde voor je. We verkopen je een stukje bewegingsvrijheid. Misschien heb je behoefte aan veel informatie. Waarschijnlijk let je ook nog wel op rationele motieven. Of voel je een hoge betrokkenheid bij een bepaald merk? Is dat ons merk? Ga ik je van een ander merk weghalen? We hebben het over een grote uitgave en een groot risico. Een auto kopen doe je niet wekelijks. Ga ik bij jou op bezoek, dan moet ik dus mijn research hebben gedaan.
Aan de andere kant wil je graag weten wat ik heb geschreven. Hoort bij de voorpret van een grote uitgave. Lekker al die details uitzoeken. Dus gaan we er samen goed voor zitten.
Tegenover:
Je bent op zoek naar een nieuw wasmiddel
Wat weet ik als schrijver? Je voelt waarschijnlijk weinig emoties voor het product. Je hebt niet veel behoefte aan uitgebreide informatie. Daarbij komt dus meer ratio kijken. Maakt het je was goed schoon? Hoeveel wassen haal je uit een pak? En wat kost je dat? Oh, het wasmiddel let ook nog op het milieu, mooi meegenomen. Je voelt weinig betrokkenheid. In tegenstelling tot de auto koop je dit routinematig. Het risico voor jou persoonlijk is dus klein.
Minstens zo'n mooie uitdaging. Want voor ik goed en wel ben gaan zitten in je hoofd, sta ik alweer buiten. Deze woorden moeten dus zeker krachtig zijn. Mijn verhaal helder en nuttig en op dat moment relevant.
Als tekstschrijver moet je dus gewaar zijn van waar je straks gaat zitten als je een tekst schrijft. Zie het hoofd voor je. Zie alle signalen en afleidingen. Zie alle motieven. En zorg dat je de boel een beetje netjes achterlaat.
P.S. Dank je wel dat je nog niet op de rode knop hebt gedrukt. Ik weet de weg zelf ondertussen. Tot de volgende keer.
Labels: copywriting, tekstschrijver