Content is king. Maar content is ook veelzijdig. Het draait niet alleen om tekst. Daarom een reeks interviews met professionals die dagelijks bezig zijn met content. Hoe zien zij content? Wat is het belang van content? Wat is de dagelijkse werkelijkheid? Waar gaat het naar toe?
Thamar Kiemel werkt bij het Rotterdamse Internetbureau Mangrove als Contentstrateeg. Maar eigenlijk is ze meer een Communitymanager. “Of zoals ze dat vandaag zeggen, een Conversationmanager. Maar dat klinkt dan weer zo hip.” Welke term je er ook aan hangt, Thamar zet redacties op bij klanten, geeft trainingen in cms, social media en content. Ze zorgde er tijdens de Olympische Spelen ook voor dat de community rond de zeilers van Delta Lloyd dagelijks van verse informatie werd voorzien.
“Ik ben begin jaren negentig vanuit Deventer verhuisd naar Rotterdam. Daar ben ik in 1998 afgestudeerd aan het Grafisch Lyceum Rotterdam. Na mijn studie heb ik bij verschillende ondernemingen in de online wereld gewerkt, zoals Belkin & Valoris. Je kon eind jaren negentig als grafisch designer overal bij internetbedrijfjes aan de slag om webdesigner te worden.”
Liefde voor techniek
“Vanuit mijn voorliefde voor design was het vervolgens makkelijk doorstromen naar development”, ze lacht even. “Ik ben echt een Kijk-meisje. Ik heb altijd een voorliefde gehad voor techniek. Na het Grafisch Lyceum heb ik nog een opleiding gedaan aan CMD Hogeschool Rotterdam bachelor User Experience Design, met een minor in Interaction Design met de focus op Content Strategie. Op die richting ben ik uiteindelijk afgestudeerd.”
Wat moet je er in zetten?
Thamar werkt ondertussen al 7 jaar bij het Rotterdamse internetbureau Mangrove. “In het begin zat ik bij Front End Development. Maar vanuit daar ben ik doorgegroeid naar Content- en Communitymanagement.” Ze denkt in die rol mee met de redacties van grote ondernemingen over de rol van content. “Ik vind het belangrijk om vooral in te gaan op de vraag: Wat moet je er in zetten? Dat is minstens zo belangrijk als de vraag: ‘hoe gebruik je het?”
Komt vanzelf wel
“Bij middelgrote bedrijven leeft toch vaak de gedachte: de content komt vanzelf wel”, vervolgt ze. If you build it, they will come? “Ondernemingen moeten weten dat content bijhouden een hoop werk is. Die cultuur begint bij bedrijven gelukkig steeds meer te komen, maar er is vaak nog een groot verschil tussen wat contentstrategie is en wat mensen vinden dat het is. Je moet toch nadenken over je tone of voice. Over wat je wilt bereiken. Maar dat laatste wordt vaak nog niet in een contentstrategie gevat. Het besef is er wel, bedrijven geven er aan toe als het actief wordt uitgelegd.” Ze voegt er lachend aan toe. “Zodra de website live moet, komt er echt wel wat.”
Je bepaalt iemands werkdag
Daarmee komt Thamar aan een heikel punt. Content wordt in de ontwikkeling van een website vaak te laat ingeschakeld. “Je komt vaak pas echt tegen wat de wensen vanuit content zijn als je een template moet vullen. Dan is het al te laat. Design en development heeft daarvoor namelijk al bepaald hoe je moet gaan werken. Je moet je aan het design conformeren. Men kan wel leuk zeggen ‘Ga maar vullen’, maar je moet dan redactioneel om een design heen werken. Je bepaalt als developer / designer hoe de klant gaat werken en dat is ingrijpend.” Ze voegt er aan toe: “Door als webdevelopment team samen te werken met de redactie kun je samen aan goede templates en formats werken.”
Olympische Spelen
Hoe ingrijpend dat is, ervaarde Thamar zelf bij de recente Olympische Spelen. “Ik beheer voor Delta Lloyd de Social Media-kanalen rond de Olympische zeilers.” Toen het eenmaal tijd was voor de Olympische Spelen zorgde Thamar dat de community elke dag werd voorzien van verse content over de zeilers. “Van de organisatie rondom de Olympische Spelen mochten we natuurlijk niets. Daar moet je dan omheen werken.” Dat is vaak een kwestie van gunnen. “Je moet de juiste mensen kennen in het wereldje”, vervolgt ze. “Bij de evenementen zorg je dan ook dat je de mensen leert kennen die er altijd zijn. Je bent vooral bezig met mensen te spreken. Je moet er constant tegenaan zitten.”
De hongerige lezer
De community is hongerig, zoals Thamar uitlegt. “De community wil iets terugzien op Facebook van de Olympische Spelen. Dus zorgden we voor wedstrijdverslagen. Rond de Olympische Spelen zorgde ik twee keer per dag voor een update. Je moet ook weer niet te vaak iets posten, want dan gaat het irriteren, maar de beste momenten pakken.” Content hoeft daarbij niet altijd tekst te zijn. “Eigenlijk kun je niet zonder beeld. Daarnaast hebben we heel gericht verschillende types Facebook-advertenties ingezet. Je moet met een onderwerp echt de breedte in gaan, om de sponsor regels van het NOC*NSF heen werken en vooral constant doormeten. Wat trekt het meeste aan. Wat wekt de interesse?”
Shoot, share en socialize
Thamar is naast haar werk ook persoonlijk veel bezig met communities. “Ik beheer ook de community rond mijn eigen niche: het Urban Photo Collective – shoot, share en socialize.” Wat begon als een community voor amateurfotografen is ondertussen een evenementenorganisatie actief in 8 steden in drie landen. En de stap naar Taipei, Taiwan is net gezet. “We krijgen met 20 man organisatie veel voor elkaar. Daarbij worden we ondersteund door 2 man redactie en 2 man webcare. Vooral door het enthousiasme van de community kunnen we veel waarmaken. Niet om arrogant over te komen, maar al die mensen doen het, omdat ik ze iets bied.”
Inzet van de community
Wat dan? Recentelijk organiseerde Thamar een fotomiddag rond het thema “In the Movies”. “Daar zijn 94 fotografen op af gekomen. We konden gratis over 26 modellen beschikken. We hadden hele dure auto’s staan. En mochten onze shoot doen bij de Van Nelle fabriek. Uiteindelijk hadden we ook nog de lunch geregeld. Meer dan 150 mensen hebben daar een leuke middag gehad en we hebben misschien 100 euro uitgegeven. Dat komt allemaal door de inzet van de community.”
Aanjager en firestarter
Veel van de contacten met de organisatie rondom Urban Photo collective lopen – vanzelfsprekend – online. “We maken veel gebruik van een gesloten Facebookgroep voor de organisatie. Dat kun je vergelijken met een forum. Het is belangrijk dat je een gesloten plek hebt waar je even met elkaar kunt koppelen. Een plek waar de redactie/organisatie deelt wat leuk is. Daarnaast hebben we ook een open group, Facebook page, Flickr group, LinkedIn group, Twitter account, diverse media kanalen en natuurlijk een eigen website. Ik houd wat dat betreft echt van aanjagen. Hou ervan om een firestarter te zijn. Je moet zorgen dat het spannend blijft voor de community.”