Ik kan natuurlijk veel redenen geven, waarom het mis gaat met een tekst. Maar voor nu wil ik me richten op toon en connotatie. Twee punten waarop het toch wel eens mis kan gaan. En die in elkaars verlengde liggen.
Vragen stellen
De toon staat natuurlijk aan de basis van alles.
C'est le ton qui fait la musique! En mits goed toegepast is de toon ons belangrijkste hulpmiddel in de strijd om de gunst van de lezer. Het vraagt van de copywriter om een grote mate van inlevingsvermogen. En diep nadenken over vragen als: hoe praten we met de persoon aan de andere kant? Hoe spreken we hem of haar aan? Gaan we tutoyeren? Houden we een bepaalde afstand? Gaan we naast ze staan? Of juist boven de lezers? Welke woorden gebruiken we? In welke context?
Twee uitersten
Daarbij is het eigenlijk constant laveren tussen twee emotionele uitersten. Je kunt zakelijk zijn. Of menselijk. Soms ben je te concreet. Soms ben je te abstract. Soms strooi je met superlatieven. Soms ben je te ingetogen. De ene kant kan goed lijken, maar wat als de lezer meer van de tegenovergestelde emotie is? Zoveel kansen om het goed te doen. Evenveel kansen om de plank finaal mis te slaan.
Negatieve ondertoon
En als het mis gaat, dan ligt dat meer dan eens aan de connotatie. En om preciezer te zijn; de negatieve connotatie. De connotatie zegt namelijk iets over de emotionele betekenis van een woord, tegenover de feitelijke betekenis van het woord. Het gaat hierbij om de associatie. Wat voor beeld roept het woord op? Niet voor niets hebben we het in dit kader over de ondertoon van woorden.
Tussen de regels door
Daarom is connotatie ook zo’n belangrijk onderdeel van de toon. Je toon kan goed klinken, maar heb je gedacht aan de ondertoon? Dit is een punt waar veel overheen wordt gekeken, maar tussen de regels door kan er van alles gaan spelen waar je niet aan had gedacht. Pas daar dus mee op.
Conclusie:
Een woord heeft maar één eigenlijke betekenis, maar kan vele connotaties met zich meedragen. Het kan vele associaties oproepen. En dat zijn niet altijd de gewenste associaties. Wat een positieve connotatie heeft voor de ene groep, heeft een negatieve connotatie voor de andere groep. Wat voor de ene regio normaal is, kan voor een andere regio schokkend zijn. Check het even. Bespaart veel gedoe.