"Er heerst angst voor eenvoud", zo kopt schrijver en columnist Jan Kuitenbrouwer dit weekend in het NRC. In het artikel doet hij zijn beklag over het feit dat: "Hoogopgeleiden geen simpele taal meer spreken uit angst te worden aangezien voor laagopgeleiden. Maar het gros van de bevolking begrijpt hen niet." Iedereen die mijn kruistocht tegen jargon en management-onzin al wat langer volgt, weet dat ik natuurlijk heel blij ben met zo'n artikel. Maar toch kan mijn interne wijsneus het niet laten Kuitenbrouwer op enkele punten 'aan te vullen'.
"Onder hoogopgeleiden is veel angst voor eenvoud. Hun ouders zijn vaak minder hoog opgeleid. Zij zijn opgestegen naar een andere luchtlaag en willen de simpele taal van paps en mams niet meer spreken, uit angst te worden aangezien voor laagopgeleid."
Niet alleen hoogopgeleiden praten moeilijker dan nodig. Makelaars zijn ook bang voor eenvoud, zegt Kuitenbrouwer. Woningen worden vaak onnodig complex beschreven.
"In de slaapkamer is een kast gerealiseerd. Waarom niet gewoon 'gemaakt', 'gebouwd' of 'getimmerd'?"
En als laatste bepleit hij dat we zelfs in de communicatiewereld bang zijn voor eenvoud.
Tekstschrijvers zijn ook bang voor eenvoud.
"C1 (taalniveau - DL) is het niveau van de tekstschrijvers zelf, die bang zijn voor eenvoud. Woordenschat is het kenmerk van een hoge opleiding. Tekstschrijvers zijn ook taalliefhebbers - synoniemen verzinnen, clichés omzeilen, herhaling vermijden, vernuftige constructies, het is hun tweede natuur. Die zij in hun werk dus geweld aan moeten doen, als kleuterleidsters die voor de klas A1 moeten spreken. Heb je daar nou al die jaren voor doorgeleerd."
En daar gaat Kuitenbrouwer de mist in.
Want geen tekstschrijver die eenvoud ziet als "je werk geweld aan moeten doen."
Eenvoud is namelijk extreem complex. Eenvoud kost tijd. Eenvoud kost bloed, zweet en tranen. En al die hoogopgeleide tekstschrijvers hebben al die jaren doorgeleerd om juist eenvoudig te kunnen schrijven.
Het is juist de woordenschat die zorgt dat je eenvoudig kunt schrijven.
Het is juist de liefde voor de taal die zorgt dat je door blijft zoeken naar een eenvoudigere manier om iets te zeggen. Je moet een onderwerp heel goed in de vingers hebben, voordat je de slag kunt maken naar eenvoud. Je moet een onderwerp volledig doorgronden, voordat je het kunt vertalen naar de eenvoud die nodig is.
Alles vertalen naar A1 dus maar?
Niet direct, maar vertalen naar een respectvolle, menselijke toon. Een toon die respect heeft voor de persoon aan het andere kant van ons scherm. En die de lezer aanspreekt als een gelijke. Niet als een kleuter.
Kortom: A1 is bullshit. Eenvoud is nodig, maar laten we het niet overdrijven.
"Kinderboeken gaan vaak tien keer dieper dan communicatie voor volwassenen. Dat geeft toch te denken", zegt David Snellenberg in de Adformatie van week 40.
En daar neig ik op dit moment meer naar dan naar Kuitenbrouwer.
A1 is misschien voor kleuterleidsters, maar veel communicatie spreekt de lezer nu ook al toe als kleuter. Zij slaan door in hun eenvoud.
Lees een goed kinderboek en je ziet vooral respect voor de lezer - het kind. Het kind wordt niet toegesproken, maar er wordt mee gepraat. En daar kunnen we nog veel van leren.
Bovendien vergeet Kuitenbrouwer voor het gemak even een heel belangrijke partij. De opdrachtgever.
Het is voor tekstschrijvers - intern en extern - vaak schipperen tussen de zo geliefde eenvoud en de vraag van de opdrachtgever en de interne dossierhouder.
Ik strijd elke dag tegen jargon, managementbullshit en corporate brochurespraak. Dat is een nobel streven en ik ben het met Kuitenbrouwer eens dat we moeten blijven strijden voor eenvoud.
Alleen worden opdrachtgevers onzeker als je het echt op z'n A1's neerzet. Dan missen ze het jargon. Het is namelijk niet de tekstschrijver die bang is voor eenvoud. Het is de opdrachtgever die jargon eist. Want jargon is vertrouwd. Jargon hoort bij de branche. Jargon is de norm. Dus voeg jargon toe aan je eenvoudige tekst.
We moeten de angst voor eenvoud dus bij de bron aanpakken. Bij de managers die input leveren, waarmee de tekstschrijver vervolgens aan de slag gaat. Schrijf het eenvoudig - zonder jargon en managementonzin - en de opdrachtgevers gaan steigeren.
Moeten we onze strijd dan staken?
Nee. Kuitenbrouwer komt zeker aan een punt. Want door bang te zijn voor eenvoud - door bang te zijn niet voor vol te worden aangezien, omdat we eenvoudig communiceren - blijft het jargon in leven. Door eenvoud als laag te zien, blijft jargon de norm.
Alleen is de basis in mijn ogen helemaal niet eenvoud of complexiteit.
De basis is de hoeveelheid respect die je voor je lezer hebt.
- Geef je de lezer onnodige complexiteit?
- Geef je de lezer een kinderlijk eenvoudige tekst?
- Spreek je de lezer toe?
- Verwar je de lezer met jargon?
Dan zeg je eigenlijk - Ik heb geen respect voor je lezer.
Maak je tekst dus niet direct eenvoudiger of complexer, maar benader de lezer met de ernst van een kinderboek.